Vandaag zijn we vertrokken uit Port Douglas om vervolgens, met nog een stop bij de Mossman Gorge, naar de Atherton Tablelands te gaan.
Vivian begint de gewoonte op te bouwen om ‘s ochtends behoorlijk tegendraads te zijn. Dan is niets goed en alles moet anders, als ze haar zin niet krijgt, dan kan ze uit nijd gaan slaan of trappen. Het zal wel weer een fase zijn (misschien ontbreekt de structuur van thuis en kan ze daar minder goed tegen), maar maakt het er even niet leuker op. Verder is ze op de dag wisselend heel gezellig (uit volle borst haar versies van liedjes zingen) of wederom even tegendraads. We kunnen ons wel voorstellen dat het ook niet leuk is om in een warme camper te moeten zitten, in een kinderstoel, zonder naar buiten te kunnen kijken terwijl de camper hobbelt en bobbelt. We gaan in ieder geval kijken of we haar iets hoger kunnen laten zitten, zodat ze wat meer uitzicht heeft.
Vanuit Port Douglas was het ongeveer een kwartiertje rijden naar het Mossman Gorge visitors Centre. Hier gingen we met de shuttlebus naar de Gorge, van waar we over een soort boardwalk (daar zijn ze hier gek op) door de jungle konden wandelen, op weg naar een grote hangbrug en een aantal uitkijkpunten over het watertje dat daar stroomt. Bij het eerste watertje spotte Dianne al gelijk een slang in het water.
Vervolgens hebben we de hangbrug gevonden.
Verder zijn we nog even verderop wezen pootje baden, waar anderen aan het zwemmen waren. Erg leuk maar ook koud, zo’n natuurlijk zwembad.
Rond lunchtijd hebben we de camper in het stadje Mossman langs de weg geparkeerd, vlak bij een hardware store, in de hoop dat we daar voor de AUD 100 budget stoelen en een tafel konden kopen. Dit bleek nogal krap te zijn, we zijn zelfs een paar AUD er overheen gegaan. Het is tijd voor Vivian om te gaan slapen, dus hadden wij tijd om de nieuwe aankopen uit te proberen en even te relaxen. Yvonne heeft ook nog het hoofdkantoor van Apollo gebeld om even ons ongenoegen te uiten over de gang van zaken rondom de huur van de camper. De vriendelijke man van de customers service die ze uiteindelijk aan de lijn kreeg, leek het niet meer dan logisch dat we een dag camperhuur gecompenseerd zouden krijgen. Zoals het een echte Nederlander betaamt, heeft Yvonne aangegeven dat dat inderdaad wel het minste was, wat Apollo kon doen, maar dat dat slechts compenseerde wat we ook echt gemist hadden. Dat maakt natuurlijk niet de geleden schade m.b.t. het missen van een vakantiedag goed…. De man zou deze opmerking noteren in “het systeem” en aangeven dat de manager van de vestiging in Cairns hier iets mee moet doen. Als we de camper weer in gaan leveren, dan moeten we met de manager hierover in gesprek gaan. We zullen zien wat hij verzonnen heeft…
Na het slaapje van Vivian hebben we alles weer ingepakt, vastgezet, uitgezet, ingeklapt (we hebben een checklist van wat er moet gebeuren voordat de camper weer kan rijden; van overduidelijke zaken als “zorg dat de luifel ingeklapt is voordat je gaat rijden” tot zaken die je, zoals we al hebben gemerkt, wat makkelijker vergeet “klap het trapje bij de zijdeur in voordat je gaat rijden”). Het is nu al 15.30 en we besluiten nog een uurtje te rijden richting het gebied met een aantal mooie watervallen die we morgen willen bekijken en dan op zoek te gaan naar een camping. Het gebied waar we doorheen rijden heet de Atherton Tablelands en bestaat uit grasland afgewisseld met jungle. Best een gekke combi. De weg kronkelt hier soms via veel bochten een bergje op, en dan opeens rijden we weer op een recht stuk snelweg langs het gras. Snelweg is hier overigens een relatief begrip. Het betreft wegen die dwars door stadjes gaan en waar veel rotondes in zitten. Er zijn stukken bij waar je in Nederland vast niet harder dan 60 had mogen rijden, maar waar hier de maximumsnelheid 100 is. We hebben overigens al gemerkt dat we met de camper beter iets langzamer door de bochten kunnen gaan, want anders lijkt het achter in de camper net een achtbaan.
Uiteindelijk kwamen we op een caravan park in Mareeba terecht dat echt een ‘trailer trash’ uitstraling had. De receptie bestond uit een donkere woonkamer waar de zoon van de familie op de bank tv zat te kijken en toen hij ons zag riep hij z’n moeder. Die kwam, na vijf keer roepen, om de hoek, moest nog even d’r buste goed hangen en vertelde ons dat we uiteraard konden tukken voor AUD 25. En als we geen bonnetje hoefden, zelfs AUD 20. Hilarisch. De faciliteiten waren verder oke, dus we hebben lekker kunnen douchen, afwassen en slapen. Meer was er ook niet nodig voor 1 nachtje.
Het is Robert, na nog een aantal keer bellen met de customers service, gelukt om het internet aan de praat te krijgen, dus zoals jullie waarschijnlijk gemerkt hebben, kunnen we vanaf nu verhaaltjes posten.